Een gezond konijn is een actief, oplettend dier dat graag eet en een schone en droge vacht heeft. Aanwijzingen dat uw konijn ziek is, zijn: lusteloosheid, niet willen eten, vuile ogen, een neus, een vieze vacht rond de anus, kwijlen, jeuk, kale plekken en het schuin houden van de kop.

Een belangrijke aanwijzing over de gezondheid van uw konijn zijn de keutels. Zijn deze klein en hard dan wijst op een nadere verstopping of te weinig eten. Te zachte, natte keutels wijzen op darmklachten.

Vaak wordt veroorzaakt door verkeerder voeding. Ook andere gezondheidsproblemen, zoals olifantstanden (te lange tanden), vetzucht, kunt u deels voorkomen door een verantwoording voeding met voldoende ruwvoer. Raadpleeg in geval van ziekte of een vermoeden daarvan altijd uw dierenarts!

Als uw konijn niet eet, moet u dezelfde nog naar de dierenarts gaan: te lang wachten kan dodelijk zijn, en bijvoeding is vrijwel altijd nodig. Niet of slecht eten kan verschillende oorzaken hebben, zoals pijn, stress of gebitsproblemen. Als er niet snel iets aan gedaan wordt, kunnen de darmen van het konijnen stil gaan liggen en daar kan het dier aan overlijden.

Er komen twee gevaarlijk besmettelijke ziekten voor bij konijnen: myxomatose en RHD (ook VHD genoemd). Myxomatose en RHD zijn vrijwel altijd dodelijk en vooral VHD verspreid zich snel en gemakkelijk. Vaccineren wordt dan ook sterk geadviseerd. Meer informatie hierover vind u op onze website onder het kopje ‘Vaccineren Konijnen’.

Konijnen kunnen madenziekten (myiasis) krijgen doordat vleesvliegen hun eitjes van de vacht van het konijn leggen. De maden eten zich door de huid van het konijn heen en dit kan snel dodelijk zijn. Vliegen komen vooral af op konijnen met een vieze vacht door plakkerige keutels of urine die in de vacht hangt, konijnen met wonden of konijnen die in een slecht schoongemaakt hok leven. Ziet u maden op uw konijn, bel dan direct de dierenarts zodat er dan snel kan worden ingegrepen!

Andere aandoeningen die bij konijnen kunnen voorkomen zijn onder andere oorontstekingen, snot (een ontsteking van de neus- en bijholten), blaasproblemen en infecties met E. Cuniculi (Encephalitozoon Cuniculi), een hersenparasiet.

Vrouwtjeskonijnen (voedsters) hebben op latere leeftijd een vrij grote kans op baarmoederkanker of ontstekingen. Deze problemen zijn te voorkomen door voedsters, liefst rond de leeftijd van 6 maanden, te laten castreren.